Met de hand voor de hand gemaakt!

Mitaines zijn bedekkingen voor de hand waarbij de vingers vrijblijven. Ik maak ok polswarmers zonder opening voor de duim. Dit zijn sieraden voor de handen! Ze lopen door tot de elleboog of erboven en zijn gemaakt van fleece, wol, kant of andere materialen. Barbara maakt ze voor je!

vrijdag 16 oktober 2020

Parla Italiano? Een reis naar Puglia

 

What do you want to do ?
New mail

Parla Italiano?

Een reis naar Puglia

 

Ik hou van reizen! Korte of langere tripjes zijn voor mij de kleine lichtpuntjes tussen de periodes van het werkende bestaan . Sinds de uitbraak van het Corona-virus werd daar echter abrupt een einde aan gemaakt en dat was best een teleurstelling.

Maar in september besloot ik dan toch weer een reisje naar het buitenland te wagen. De keuze waarheen bleef tot op het laatst  onzeker, Griekenland, Portugal of met de fiets naar Duitsland waren allemaal opties. Maar uiteindelijk werd het Zuid Italië, Puglia op precies te zijn. Italië, aanvankelijk het hardst getroffen door Covid 19, had al langere tijd een geel reisadvies en het land leek redelijk stabiel hierin.

Ik boekte een vlucht naar Bari en besloot meteen door te reizen naar Lecce en daar de eerste nacht door te brengen. Het landschap wat voorbij trok bestond uit honderden olijfbomen en af te toe zag je de blauwe zee lonken. Eenmaal aangekomen in Lecce voelde ik gelukzaligheid. Een warme, zachte wind, barokke villa’s en palmbomen waren de eerste indruk van de stad. Ik wandelde naar mijn eerste overnachtingsplek, een Bed en Breakfast wat er precies zo uit zag als op de foto’s. Een oud huis, een beetje de charme van vergane glorie ademend, maar proper en schoon. De namiddag gebruikte ik om de stad een beetje te verkennen. Een oude stad in barokke stijl, sfeervolle pleintjes, kerken en kronkelende straatjes. Ik genoot van mijn eerste Italiaanse IJsje en streek neer op een terrasje om de sfeer op me in te laten werken.

De volgende dag vertrok ik met de bus naar Gallipoli, een prachtig stadje aan de kust om van daaruit naar mijn volgende onderkomen te reizen, een Masseria op het platte land.

Een Masseria is een boerderij waar ruimte is voor gasten. Masseria Nanni, zo heette de boerderij, had bovendien een verrukkelijke swimmingpool!  Hier zou ik het de komende drie dagen wel uithouden.

Om van Gallipoli naar de Masseria te komen was alleen nog wel een dingetje. Openbaar vervoer in dit deel van Italië bestaat  bijna niet. Ik werd hiervoor al gewaarschuwd, maar ik dacht dat het wel mee zou vallen.

Gelukkig was het maar 6 km naar de Masseria, en zo besloot ik een fiets te huren.

Met de rugzak op was deze afstand nog net te doen en ik kwam veilig aan. De plaatjes van de swimmingpool hadden niet gelogen en ook de Masseria zelf was heel sfeervol.

Ik genoot van de drie dagen daar, werd elke ochtend verwend met een verrukkelijk en zeer uitgebreid ontbijt wat coronaproof door de gastvrouw persoonlijk geserveerd werd op gepaste afstand van de andere gasten.

Door het bezit van de fiets was ik enigszins mobiel, kon naar heerlijke strandjes aan de kust en op de vismarkt in Gallipoli vers gevangen vis kopen die ik thuis in mijn kleine keuken klaarmaakte. Dit is het echte Italiaanse leven, lekker eten, zon, zee en een wijntje.

Na drie dagen wilde ik weer verder trekken. Ik leverde de fiets in en had een vaag plan om naar een ander dorp te gaan. Echter ging er geen enkele bus of trein daarnaartoe. Bij het station besloot ik daarom met een boemeltreintje die al klaarstond,  terug te reizen naar Lecce. Misschien waren er van daaruit weer andere mogelijkheden. De plannen moesten wijken voor de mogelijkheden die er waren, dat had ik al een beetje in de gaten.

Eenmaal in Lecce bestond die mogelijkheid uit het nemen van een bus naar Otranto. Hier had ik over gelezen en het leek mij een goede keuze. Otranto behoort tot een van de mooiste dorpen van  Italië volgens de reisgidsen.  De zoektocht naar een leuke en betaalbare accommodatie daar  bracht mij met behulp van een Italiaanse die een beetje Duits sprak, bij een soort bungalowpark waar huisjes te huur waren. Er werd geregeld dat ik door de eigenaar werd opgehaald, want het lag net iets buiten het dorp.

Al kort na mijn aankomst in Italië viel mij op  ik dat de communicatie met de Italianen lastiger was dan verwacht. Bijna niemand sprak Engels en mijn kennis van de Italiaanse taal is ook beperkt.

Het bungalowpark was grotendeels verlaten, het vakantieseizoen van de Italianen was immers voorbij, maar toch waren er nog enkele gasten. In de avond kon men in het restaurant een uitgebreid diner verkrijgen met specialiteiten van de streek. Dat liet ik mij natuurlijk niet ontgaan.

De Italianen eten laat, d.w.z. om 20:00 uur mag je aanschuiven. Het diner bestond uit een groot bord met antipasti, gevolgd door een pastagerecht, een hoofdgerecht en fruit als afsluiting. Alles even lekker en ik ging met een volgepropte buik richting mijn huisje. Die nacht onweerde het en waren voortdurend lichtflitsen te zien. Best fascinerend maar ook een beetje unheimisch.

 

De volgende ochtend was het weer prachtig nazomerweer en met een huurfiets verkende ik de omgeving bestaande uit prachtig witte zandstranden en pijnboombossen .

Na twee dagen op het bungalowpark  wilde ik weer verder reizen. Makkelijker gezegd dan gedaan. Er was wel een station, maar er vertrok die dag om wat voor reden dan ook geen trein. Bussen waren er ook niet. Wat nu?

Een beetje onwennig besloot ik het maar met liften te proberen. Dit lukte aardig en bracht mij uiteindelijk naar Lido Marina, een klein plaatsje aan de kust waar voornamelijk Italianen de zomermaanden doorbrengen.

Ik boekte een appartement van een particuliere host via Booking.com  voor de komende twee nachten wat echter nogal afgelegen aan het einde van het dorp bleek te liggen in een uitgestorven omgeving. Tot overmaat van ramp stak die middag ook nog een stevige wind van zee op. Die nacht wapperden de luiken en de wind loeide door de ritsen van de muren. Met een beetje bijpassende muziek een goed begin van een horrorfilm….

Ik overleefde de twee nachten maar had inmiddels geleerd dat reizen met openbaar vervoer en de bijkomende taalbarrières  teveel tijd kostten. Daarom besloot ik weer richting Bari te trekken  om daar op één plek de rest van mijn vakantie door te brengen. De keuze viel op Polignano a Mare, een liefelijk en gezellig dorp aan de Adriatische kust.

Daar huurde meteen voor een week een huisje. Knus gelegen op de begane grond en van alle gemakken voorzien, inclusief een kleine patio.

In de avond keek ik zo nu en dan ook naar de Italiaanse televisie. Een hele openbaring die ook inzicht geeft in de smaak van een volk. Elke avond was er een spelprogramma waarin kandidaten beroepen moesten raden. Aansluitend was er dan nog een programma wat op “zo vader zo zoon” leek. Je moest aan de hand van uiterlijkheden vaststellen met wie iemand een verwantschapsband heeft. Dat was altijd grappig en zonder iets van de taal te snappen kon ik ook mee raden.

Mij viel op dat alle programma’s, films e.d. volledig nagesynchroniseerd werden, zelfs berichten uit het Nieuws. Toen er stukjes uit het  eerste verkiezingsdebat tussen Trump en Biden vertoond werden spraken  deze plotseling Italiaans. Heel gek om te zien en ook een beetje lachwekkend.

In Nederland worden alle programma’s in originele taal uitgezonden , iets waar ik in het begin ook aan moest wennen toen ik uit Duitsland hierheen verhuisde. Maar nu weet ik niet beter en vind ik het juist heel bevreemdend als dat niet zo is.

Kort na mijn terugkeer naar Nederland werd het reisadvies voor Italië weer aangescherpt. Ondanks de struggels op het gebied van openbaar vervoer en de taal heb ik van mijn reis genoten en kijk ik uit naar een volgende trip.